Behringer PRO MIXER DJX700 User Manual Page 5

  • Download
  • Add to my manuals
  • Print
  • Page
    / 10
  • Table of contents
  • BOOKMARKS
  • Rated. / 5. Based on customer reviews
Page view 4
NEDERLANDS
PRO MIXER DJX700 Gebruiksaanwijzing
5
kun je de equalizers blijven gebruiken, bijvoorbeeld om een
bepaald frequentiebereik nog veel verder te verlagen.
Met de CF CURVE-regelaar kun je het regelkarakter van
[26]
de Crossfader traploos van een lineair naar een logarit-
misch karakteristiek laten veranderen. In de lineaire ka-
rakteristiek verandert de Crossfader het geluid gelijkmatig
over de gehele regelweg, in de logaritmische verschuift de
volumeregeling naar de uiteinden van de regelweg.
XPQ 3D Surround-eect
De XPQ 3D Surround-functie is een ingebouwd effect, die je
muziek nog dat laatste beetje extra meegeeft en elk optreden
tot een ware belevenis maakt. Door de verbreding van de
stereobasis lijkt het geluid levendiger en transparanter. Met de
SURROUND-regeling
[27]
bepaal je de intensiteit van het effect
en met de XPQ ON-schakelaar
[28]
wordt hij geactiveerd
(de bijbehorende LED licht op).
Auto BPM Counter
De Auto BPM-counter van de PRO MIXER DJX700 is bijzonder
nuttig om soepele overgangen tussen twee tracks te realiseren
en je sessie zo tot een absoluut succes te maken. Hij is in staat
de verschillende tempo’s van de lopende tracks in BPM (Beats
Per Minute) te bepalen. De twee BPM Counter-gedeelten zijn
identiek en geven elk de BPM-waarde van de twee aan de
Crossfader toegewezen stereokanalen weer. De boven het DIS-
PLAY geplaatste LED’s 1 - 4
[29]
laten zien welk van de vier
ingangskanalen aan de betreffende BPM Counter is toegewezen.
Het tempo van de door middel van de ASSIGN A- c.q. B-toets
toegewezen Tracks wordt in het desbetreffende Display
[30]
weergegeven. Mochten er in een muziekstuk meerdere tempo-
wisselingen voorkomen, dan zouden hierdoor steeds verschil-
lende BPM-waarden worden weergegeven, hetgeen onnodig voor
verwarring zorgt. Voor dit geval hebben de Beat Counter-gedeel-
ten elk een eigen SYNC LOCK-toets
[31]
, waarmee je tijdens
een nummer het bereik van mogelijke tempowaarden kunt
inperken. Dit is dan zinvol, als de Counter al een realistische
waarde heeft bepaald. Hetzelfde kun je handmatig met de BEAT
ASSIST-toetsen
[32]
realiseren. Wanneer je deze ten minste
drie keer in de maat van het nummer indrukt, verschijnt het
betreffende tempo in het DISPLAY. De Beat Assist- en SYNC
LOCK-toetsen zijn elk voorzien van een LED.
Wanneer je nu met de SYNC LOCK- of BEAT ASSIST-toetsen in
beide kanalen het tempo van de binnenkomende nummers hebt
ingeperkt, wordt het verschil tussen de tempo’s van de kanalen
in de vorm van een negenlamps TEMPO DIFFERENCE-LED-
balk [24] zichtbaar gemaakt. De mate van het tempoverschil
wordt weergegeven en wel door een overeenkomstige uitslag
naar rechts (signaal A is langzamer) of naar links (signaal B is
langzamer). Wanneer de middelste LED oplicht, zijn de twee
tempo’s gelijk. Op de daaronder gelegenen TIME OFFSET-
LED-balk
[23]
kun je de synchronisatie van de kanalen aezen.
Wanneer de middelste LED van deze balk oplicht, lopen de twee
Tracks synchroon. Schuiven de lichtjes naar links of rechts, dan
lopen de kanalen niet synchroon. De TEMPO DIFFERENCE- en
TIME OFFSET-balken zijn alleen dan actief, als de tempo’s van
beide kanalen op een van de boven beschreven manieren zijn
bepaald.
Komt er geen (of een te zacht) muzieksignaal binnen, dan
laat het Display van de Beat Counter horizontale strepen
zien. Bij een aanwezig, maar niet te identiceren muziek-
signaal zegt het Display 160 BPM en gaat dan terug naar de
beginstand (horizontale strepen), waarna de Beat Counter
opnieuw een analyse probeert te maken. “160” BPM is dan
ook geen echte waarde, maar slechts een foutmelding bij
een analyseerbaar muzieksignaal.
Om de SYNC LOCK- of BEAT ASSIST-modus weer te verlaten,
druk je eenvoudig in beide kanalen nog eens op de SYNC LOCK-
toets.
Page view 4
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Comments to this Manuals

No comments